Vipassana
Op woensdagnamiddag kwam ik aan op de Vipassana locatie, in Dhamma Pajjota in Dilsen, in Limburg. Ik meld mezelf aan. Ze vragen om mijn GSM uit te zetten en aan hun te geven. Ik dacht dat ik mijn GSM had uitgezet, maar ze zeiden me van niet. Bleek dat ik hem gewoon op vliegtuigstand had gezet. “Hoe zet je dat ding eigenlijk uit?” vroeg ik me af. Dat doe ik namelijk nooit. Vliegtuigstand is het meest “af” dat die ooit heeft gestaan. Ze vragen me of ik effectief niets bij heb wat niet toegestaan is: niets om te lezen, niets om te schrijven, geen verdovende middelen. Ik herinner me dat ik geen seks mag hebben, en ook geen “seksuele daden” mag doen. De komende 10 dagen…
Ik kan kennismaken met mijn 2 kamergenoten en nog een paar woorden uitwisselen. We spreken af dat het raam open kan staan tijdens te nacht. Later merk ik dat we veel niet hadden afgesproken, zoals gebruik van onze badkamer…
Die avond gaan we de stilte in. We mogen niet meer communiceren. Niet meer praten, niet in de ogen kijken, geen gebaren, geen aanraking (ook niet wanneer iemand in de weg staat en je niet langs kan).
De eerste confrontatie: Anicca
De eerste dag ervaren we voor het eerst het tijdsschema: om vier uur ‘s ochtends gaat de gong. Om 4:30 zitten we met 100 mensen samen in de meditatiehal. We richten ons op de natuurlijke ademhaling, door de neus. Dit is me bekend. Na ongeveer een uur zitten, krijg ik een enorm heftig lichamelijk gevoel. Ik voel weerstand. De zweetdruppels parelen over mijn rug naar beneden. Fuck. Heftig. Ik verwachtte wel dat ik het moeilijk zou krijgen, maar toch niet al het eerste uur. “Ik wil hier weg” zei elke cel in mijn lichaam. Ik richtte me op mijn ademhaling, en deed mijn ogen open. De persoon die net voor mij zat had een kruis op de rugkant van zijn trui, die ik duidelijk waarnam en waarmee ik terug rustig kon worden. Fuck. Wat was dat. En dat gevoel ging voorbij.
Dat was mijn eerste lichamelijk ervaring van “annica” (je spreekt het uit als “annitsje”). Annica betekent “vergankelijkheid”. Alles is vergankelijk. Ook elke lichamelijke sensatie, of die nu fijn of niet fijn is, is vergankelijk.
Ik heb die 10 dagen heel vaak annica tegen mezelf gezegd. En zo telkens kunnen blijven bij hetgeen zich op dat moment afspeelt, zonder er van weg te lopen. Alles is vergankelijk. Elke gewaarwording gaat voorbij, dat heb ik lijfelijk kunnen ervaren. Alles gaat voorbij. Dit beseffen geeft me vaak rust.
De planning en de ademhaling als brug
De plannig geeft voor elke dag 11 uur meditatie. Waarvan 3 keer een uur verplicht samen in de meditatiehal. De rest kan je zelf kiezen of je op je kamer zit of in de hal, of je van het ene aan het andere wandelt, of een pauze neemt ofzo. Je mag max 5 minuten gaan liggen op bed. Maar je kan dus een beetje valsspelen door soms op je bed te gaan liggen voor langer dan van 5 minuten. Ik had me al voorgenomen lief te zijn voor mezelf, en permitteerde me vaak om langer op bed te liggen. Ik deed waarschijnlijk maar 9,5 uur meditatie per dag. Dat maakte mijn ervaring waarschijnlijk minder intens dan mocht ik effectief 11 uur per dag mediteerde. De intensiteit kon ik dus wat moduleren, en dat was nuttig. Wanneer ik niet mediteerde was ik ofwel aan het eten, of aan het wandelen op het kleine pad (1 toertje duurt ongeveer 8 minuten, merkte ik), of zit ik zat gewoon op een stoel of lag ik bed. Vanuit mijn bed kon ik wat populieren zien, die bewogen door de wind, heen en weer. En vogels die rondvlogen.
Het eten was steeds vegetarisch. Heel lekker. Ontbijt om 6:30 havermoutpap en wat fruit, of brood met pindakaas of tahini of confituur. Om 11u een warme maaltijd met veel groenten. ‘S Avonds om 17:00 maximum 2 stukken fruit en thee.
De eerste 3,5 dagen richt je je aandacht op de ademhaling door je neus. Je voelt je de lucht door je linker of rechter neusgat gaan (bijna nooit door de twee neusgaten tegelijk, echt waar, alsof er een klep zit die dit reguleert!) De derde dag richt je je zelfs enkel op de lichamelijke gewaarwordingen op de zone onder je neusgaten en boven je bovenlip. Anderhalve dag richt je je enkel op dat kleine plekje. Met al je aandacht die je hebt. En telkens je afdwaalt en dit opmerkt, ga je er terug naartoe. Telkens opnieuw. Hierdoor voelde ik zo precies, werd ik zo fijngevoelig. Mijn aandacht werd vlijmscherp. Ik voelde aan dat plekje niet alleen de lucht vloeien, ik voelde ook andere sensaties zoals warm, koud, trilling, spanning, ontspanning, vochtig of droog, een kleine beweging, etc. Ik merkte dat ik soms tintelingen kreeg doorheen mijn lijf, bijzondere gewaarwordingen. “Energie”. Heel prettige sensaties. Beetje verslavend. Maar telkens moet je je aandacht terug naar de zone onder je neus brengen.
Elke avond van 19:00 tot 20:00 was er een video te zien van Goenka, de man die dit initiatief startte. Hij was vroeger zakenman, die alle tophospitalen probeerde om de migraine te stoppen. Toen hij langdurig morfine nam, en verslaving voor deze morfine een risico werd, besloot hij een vipassana cursus te volgen. Hij legde uit dat dit de originele manier van mediteren was die Buddha 2500 geleden ontdekte. Goenka was een perfecte leraar. Kon elke avond precies in woorden gieten hoe de afgelopen dag voor me was geweest, en hij kon daar dan betekenis aan geven. Dit maakte dat ik me telkens opnieuw opgeladen voelde voor de volgende dag.
Goenka vertelde mooie relevante verhalen. Kon dingen heel beelden uitleggen. Hij verklaarde waarom we ons de eerste 3 dagen op de ademhaling richtten. Je kan je lichaam voorstellen als een stuk land wat in twee gesneden wordt door een rivier. De ene rivieroever zijn de lichaamsdelen die je bewust kan controleren, zoals je armen, benen, ogen, mond, etc. De andere oever zijn de lichaamsdelen die je niet kan controleren, die meer onbewust zijn, zoals je hart, je ingewanden, etc. De adem is het enige wat altijd doorgaat, ook al ben je er niet bewust mee bezig. Maar tegelijk kan je het bewust controleren. Dus de adem is de brug tussen die twee oevers. Door ons op de adem te richten, kunnen we de rivier oversteken en gewaarzijn ontwikkelen rond de onbewuste leefwereld en onbewuste gewaarwordingen.
Ik was me al goed bewust van het belang van de adem om goed te voelen, maar deze beeldende voorstelling maakte het heel helder.
De bodyscan: pijn en hunkering doorzien
Heel vaak had ik pijn door het lange zitten. Ik verzette me er soms tegen. Ging even wandelen. Zat in kleermakerszit. Dan weer op mijn knieen met een klein bankje. Dan weer met een mediatiekussen. M’n linkerbeen voor m’n rechterbeen en omgekeerd. Afwisselen. De pijn vermijden.
De namiddag van de vierde dag komt dan de Vipassana. Een bodyscan. En hierbij krijg je de opdracht om echt vasteraden stil te zitten, niet te bewegen. En als je toch moet bewegen probeer je het te beperken. De bodyscan start aan het topje van je hoofd en scant zo met je aandacht heel je lichaam. Welke sensatie voel je op elk plekje. En zo doe je ongeveer 10 minuten om van boven tot beneden te gaan. En dan opnieuw. Doordat je aandacht zo vlijmscherp is, voel je enorm veel. Toen voelde ik opnieuw die tintelingen soms, hier en daar. Soms zelfs als rilling doorheen mijn hele lijf.
Yes dacht ik, dit gevoel wil ik meer. Ik wil niet die pijn. Ik wil die tintelingen.
Als je maar lang genoeg stilzit, krijg je ergens pijn. Telkens ik pijn voelde zei ik “annica” en zo lukte het vrij aardig om die pijn te zien voor wat het was. “Gewoon pijn”. Niet iets waar je op moet reageren. Laat het gewoon zijn. En dan gaat het ook weg. Echt interessante ervaring. Zonder te reageren gaat het weg. Echt! En ik weet dit niet alleen, ik heb dit ook ervaren. Telkens opnieuw. Mijn lijf heeft dat gevoeld. Mijn brein heeft dat ervaren. Dus zo leerde ik dat. Ervaringgericht. Experientieel leren.
De vijfde (of zesde, ik weet het niet meer zeker, ik had niets om te noteren, remember) dag doe je de bodyscan van boven tot onder meteen gevolgd door van onder tot boven. En dan begonnen die tintelingen pas echt sterk te worden. Yes! Heerlijk. Dit wil ik altijd voelen.
Die middag had ik een gesprek gevraagd met de leraar. Dat kan je als je je daarvoor inschrijft, 5 minuutjes praten met de leraar om vragen te stellen. Ik vertelde hem dat ik goed de pijn kon voelen, en dan verder te scannen en de pijn kon laten voor wat die was. En ik sprak over de tintelingen die ik soms had. En hoe fijn die voelden. Ik dacht dat ik het heel goed deed, omdat ik die tintelingen kreeg. Dan vertelde hij me dat die tintelingen ook maar sensaties zijn. En je dan ook annica moet zeggen. Ook die gaan voorbij. Je moet die niet nastreven, er niet naar hunkeren. Dat is heel belangrijk. Het is zelfs moeilijker om die tintelingen niet na te streven, dan het gewoon laten van de pijn. Ok. Dat maakte me duidelijk wat ik hier te leren had. Niet hunkeren.
Filosofische reflectie: Lijden en Gestalt
Die dag werd voor mij duidelijk hoe de meditatie me lijfelijk kan laten ervaren wat lijden veroorzaakt. (Lijden wordt, volgens de boeddhistische filosfie, veroorzaakt door ontwetendheid, afwijzen en hunkeren).
Onze agygdala, diep in onze hersenen verwerkt onze emoties en gaat deze als aangenaam of onangenaam catalogeren. En dan hebben we de natuurlijke reflex om onaangename gewaarwordingen af te wijzen, en te hunkeren naar aangename gewaarwordingen. We denken typische dat lijden wordt veroorzaakt door die onaangename gewaarwordingen, maar lijden wordt evengoed veroorzaakt door het hunkeren naar aangename gewaarwordingen. Door een meer neutrale houding aan te nemen, tenminste in eerste instantie, van beide categorien, kunnen we op een meer bewuste manier kiezen wat we willen doen. In plaats van reflexmatig te reageren.
Doordat in de medatie je echt lijfelijk ervaart wat het effect is van het afwijzen en hunkeren, kan je het ook echt leren. Op lichamelijk niveau, niet enkel cognitief. En ik geloof (en ervaar) echt dat ervaringsgericht/experientiëel leren het meeste impact heeft. Tijdens de meditatie merk je dat het afwijzen van de pijn, het willen wegdrukken van de pijn, er net voor zorgt dat je er meer op gaat focussen, en je de pijn meer ervaart. Door in de plaats te zeggen “annica” en de pijn laat voor wat het is, kan je je richten op andere delen van je lijf, en wordt de pijn veel minder erg. Maar ook door prettige sensaties maar te zien voor gewoon een sensatie, kan je meer afstand creeeren en het hunkeren verminderen. Deze aspecten lijfelijk ervaren geven het verschil.
Tijdens 1 uur mediteren ervaarde ik deze vergankelijkheid van prettige en onprettige gevoelen. Maar ook doorheen een dag waren er ups en downs. Of doorheen de ganse 10 dagen. Wanneer ik hunkerde om naar huis te kunnen gaan, kon ik door “annica” zeggen, en zo kon ik sneller in het hier en het nu komen.
Initieel vond ik dit “gewoon laten bestaan” van emoties zonder er meteen op te reageren in tegenstrijd met Gestalt. Want daarin wordt gezegd dat je best kan opkomen voor wat belangrijk voor je is. Je jezelf dient in te brengen. Na wat beraad stel ik vast dat in Gestalt er ook wordt aangeraden van eerst gewaarzijn te verhogen, te onderzoeken wat de eigenlijke behoefte is, alvorens te handelen. Niet gewoon te reageren met de emoties die ontstaan, niet gewoon “acting out” te doen, maar wel eerst het creative nulpunt te ervaren tussen twee polariteiten, en dan vanuit gewaarzijn een keuze te maken om dan te ageren. Niet reageren, wel ageren met gewaarzijn. Deze meditatie kan me er tot hiertoe goed bij helpen om mijn emoties te reguleren, en dus meer bewust te kiezen.
Conclusie
Deze 10 dagen hebben mijn gevoel van mededogen en begrip voor de handelingen van anderen verhoogd. Ik voelde me meer verbonden met alles en iedereen. Zelfs in die mate dat ik nu plots geen vlees of vis meer in mijn mond kan steken. Dit getuigt ook van de grote impact die ik ervaarde van de periode. Ik ben dus plots vegetarier gewoon door mijn gevoel te volgen. Ik had dit nooit verwacht. Mogelijk ebt dit weg, en ik heb de intentie ook toe te laten dat dit verschuift.
Er was doorheen de 10 dagen ook een persoonlijk thema dat speelde. Mijn gedachten gingen er heel vaak naartoe. In het begin was ik boos op andere mensen, voelde ik me tekort gedaan, begreep ik de situatie niet, was ik bang, wilde ik vechten. Wilde ik de situatie en de ander veranderen. Dit evolueerde doorheen de tijd naar een groot mededogen en begrip voor de ander. Mijn eigenlijk behoefte werd duidelijker en is realistischer. Ik kan het nu goed bij mezelf houden en leg veel minder verantwoordelijkheid bij de ander, maar voel me zelf ook minder ‘schuldig’ aan de situatie en wat ik heb gedaan. Ik voel wel dat ik sorry wil zeggen aan de ander voor de pijn die ik hem deed. En dat ik de ander wil vergeven voor de pijn die ik in contact met hem ervaarde. Ik voel me veel meer aanvaarden.
Raad ik een Vipassana aan voor iedereen? Nee! Voel zelf of het je iets zegt.
Ik ben heel benieuwd wat je reacties zijn na het lezen van mijn beleving en zou het fijn vinden als je dit met me deelt! Bedankt!
Moge alle wezens gelukkig zijn! Be happy!